Stuiterbal, rondrennen, niet stil kunnen zitten, frunniken aan alles wat los en vast zit, “slecht luisteren”, kop er niet bij kunnen houden op school of werk, slecht gevoel voor tijd, snel afgeleid door andere dingen in de omgeving, etc, etc, etc.
Dit zijn allemaal kenmerken die ouders, mensen in het onderwijs maar ook mensen op de werkvloer wel in meer of mindere mate herkennen. Zonder diagnose wordt er snel geroepen dat iemand een ADHDer is. Daarmee is het stempeltje gezet en de ADHDer verklaard en buiten de groep gezet.
Ik merk dat in Nederland er een stigma is met betrekking tot ADHD, het wordt door veel mensen gezien als een pseudo-aandoening die je niet echt serieus hoeft te nemen. Gewoon ‘normaal’ doen. Er is in de Nederlandse populairwetenschappelijke literatuur relatief weinig te vinden over ADHD. In het Engels (en dan vooral vanuit de Verenigde Staten) is er veel meer over te vinden.
Is ADHD iets van deze moderne tijd? Is het “echt”? Hoe komt het dan, wiens “schuld” is het? Allemaal vragen waar voornamelijk veel ouders mee worstelen, maar ook volwassenen die het stempel ADHD opgedrukt hebben gekregen.
Blogreeks over ADHD
In deze reeks aan blogs ga ik u meenemen door de fabels en feiten over ADHD. Vooraf verklap ik al één ding: Ja, ADHD is echt, het is een neurologische ontwikkelingsstoornis die in gedrag zichtbaar is en ook met behulp van hersenscans aantoonbaar is.
Voor nu sluit ik af met antwoord op de vraag of ADHD iets is van onze moderne drukke tijd: Nee. Het is er altijd geweest en heeft altijd bestaan. De vroegste wetenschappelijke beschrijving is uit 1775 door Melchior Adam Weikard. Een tijdgenoot van hem, psychiater en dichter Heinrich Hoffmann, schreef er dit gedicht over:
De geschiedenis van Wip-Flip.
Met z’n stoel, al heen en weer,
‘Flip, ‘k hoop dat je nu eens stil
Aan de tafel zitten wil!’
Zoo sprak op gestrengen toon
Eens papa tot zijnen zoon.
Moeders vragen hielp tòch niet!
’t Geeft niet of zij Flip verbiedt.
Hij draait maar,
En zwaait maar,
Hij wipt maar,
Hij glipt maar
Pa verbood toen nog een keer. –
Ziet eens, kindren, op de plaat
Hoe ’t met Flipje verder gaat.
Pa zegt: ‘Stil toch met dien stoel,
Aanstonds breek je nog den boel!’
En jawel, de stoel glijdt uit,
Hevig schrikkend grijpt de guit
Naar het laken, maar, o wee!
’t Tafellaken trekt hij mee.
Alles dat op tafel stond
Valt nu rinklend op den grond.
Schalen, borden, glazen, wijn,
Door elkander, kort en klein.
Pa en moe zijn zeer verschrikt,
Flip is bijna nog gestikt,
Daar zijn heele aangezicht
Onder ’t tafellaken ligt.
Weg is ’t eten, vuil het linnen,
Moeder schreit: ‘Wat te beginnen?
Op den grond ligt stuk en vies
’t Allerbeste eetservies.’
En zij drieën moesten ’t toen
Zonder middageten doen.
Dit is deel 1 van een reeks blogs over ADHD. Wilt u nu al meer weten over ADHD? Neem gerust contact op.